zondag 10 juni 2012

Afscheid van de slavistiek

Dames, heren en alles daartussenin,

Gedurende deze periode van volstrekt normaal Belgisch weer voor de tijd van het jaar, tijdens de laatste examenperiode van mijn UGentstudentschap, is het moment aangebroken voor een retrospectieve bespreking van de voorbije vier jaar, waarvan ik toch wel enige tijd doorbracht in de muffige lokalen van de Rozier en de Blandijn. Er zijn er heel wat onder jullie die zullen vermoeden dat deze vier jaar mij enkel een volstrekt nutteloos diploma, maar een zo mogelijk nog groter ego hebben opgeleverd. Daarin hebben jullie natuurlijk gelijk. Desalniettemin gebiedt de eerlijkheid mij ook op te biechten dat ik mij vier jaar kostelijk heb geamuseerd met een studie die grote delen van mijn interessegebied beslaat en die mij bovendien een basiskennis heeft bijgebracht van een drietal talen die jammerlijk niet te vinden waren op het curriculum van mijn middelbare school. Mijn bedrevenheid in deze talen varieert nogal wild, maar toch ben ik een staat een basisconversatie op te bouwen met een niet al te kritische Rus of Griek en ken ik voldoende Servisch/Bosnisch/Kroatisch/Montenegrijns om een interview te geven aan de Bosnische staatstelevisie (ooh jawel, ik ben groot in Bosnië).

Maar om te beginnen aan het begin: de richting Oost-Europese Talen en Culturen is een opleiding aan de faculteit Letteren en Wijsbegeerte van de voormalige Rijksuniversiteit Gent, die ondertussen al enige tijd kortweg als Universiteit Gent wordt aangesproken. Deze opleiding spreekt voornamelijk semi-native speakers aan die zich willen bekwamen in de taal van moeder- of vaderlief, mensen met een breed interessegebied, die bovendien niet afgeschrikt worden door talen ontworpen door en voor mensen met superieur ontwikkelde kaakspieren en speekselklieren, en her en der een verdwaalde student met een niet nader te bepalen voorliefde voor licht nutteloze opleidingen (een standaardblandino dus, hoewel dit type ook praktisch het volledige ledenbestand van de faculteit politieke en sociale wetenschappen inhoudt). De OETC, zoals de liefkozende afkorting luidt, of, zo mogelijk nog liefkozender, de slavistiek, biedt deze maatschappelijk overbodigen (лишние люди zoals men hen in de 19e eeuwse Russische literatuur zou bestempelen, ironisch genoeg waarschijnlijk ook de enigen die de term kunnen plaatsen en appreciëren) de kans om zich te verdiepen in waanzinnig interessante onderzoeksgebieden zoals daar zijn de geschiedenis van Oost-Europa, de literatuur van Oost-Europa, tal van talen die gesproken worden tussen de Oder-Neissegrens en de Stille Oceaan en dingen die er heel waarschijnlijk zijn bij gesleurd om voor elk jaar toch wel 60 studiepunten te kunnen vol maken (ik denk hierbij aan het geniale vak Geografie en Actualiteit van Oost-Europa of het al even overbodige Economie van Centraal- en Oost-Europa, beiden zo mogelijk nog nuttelozer dan hun benaming doet vermoeden).

Nu sprak niet alles in de opleiding mij in even grote mate aan. Als er ooit een schaal moet worden gemaakt voor het niveau van nutteloosheid en overbodigheid van vakken van de slavistiek dan voorspel ik dat de twee hierboven genoemde vakken vergezeld zullen worden door de ongekend epische surplus van het Oudslavisch. Deze dode taal wordt met veel plezier gedoceerd ten einde de studenten een basis te verschaffen in het lezen van wat voornamelijk bijbelteksten zijn (het feit dat deze reeds verscheidene malen en door zeer competente vertalers naar het Nederlands zijn getransponeerd biedt geen uitweg) en in het derde jaar wat linguïstische geschiedenis van de Slavische talen bij te brengen, hoewel je in se geen twee jaar lang ontbindende werkwoordsvervoegingen dient te blokken vooraleer je deze min of meer nuttige informatie kan snappen.

Maar goed, ik wens te eindigen op misschien een atypisch positieve noot. Als je ooit het knagende gevoel bemerkt om je horizon te verleggen tot net voorbij je achtertuin en hiervoor bereid bent om je talenknobbel in te zetten, twijfel dan niet en vat deze schoonste aller opleidingen aan. Je krijgt een uitstekende taalbasis aangereikt - wat je er dan zelf verder meedoet, hangt volledig van je persoonlijke voorkeur af - je krijgt de kans te verbroederen met gelijkgestemde zielen, vrij vaak zelfs, aangezien de opleiding nu eenmaal niet de moeilijkste is, mits een deftig taalgevoel en wat doorzettingsvermogen (of zoals bijvoorbeeld in mijn geval, een ongelooflijke scherpzinnigheid), en er is zelfs de mogelijkheid om je literaire aspiraties bot te vieren op een min of meer gewillig proefpubliek via de Slaaf, het tijdschrift van de inwonende studentenvereniging Slavia. Daarenboven leer je knoerten van hermetisch proza (à la Dostoevskij; Tolstoj, zoals een medestudent het ooit zei, is "het literaire equivalent van Vijftv" en dus uw aandacht niet waard) door te spartelen, wat je ongetwijfeld zou helpen bij het lezen van mijn blog, en ontdek je de wonderlijke wereld voorbij het Gevallen Gordijn. Ikzelf verloor mijn hart op de Balkan, een stukje aardkloot al te vlug vereenzelvigd met bruut etnisch geweld, maar bewoond door zeer warme mensen en begenadigd met een bijzonder interessant cultureel amalgaam van West en Oost. Als je ooit vier jaar wenst te bestuderen wat je interesseert en bereid bent om je kansen op de arbeidsmarkt hiervoor op te offeren, dan is slavistiek zeker een aanrader.

Misschien tot volgend jaar voor de filering van de master journalistiek in Brussel en aan ieder met een gegeerd diploma of met een gegeerd diploma in het verschiet, jullie zijn allemaal conformisten!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten